‘Twee vrouwen samen is sexy, twee mannen samen is gay’

Wie leidt en wie volgt?

Meestal leidt de mannelijke danser en volgt de vrouwelijke danser. Deze traditionele rollen veranderen in de wereld van het salsadansen. Hoe belangrijk is de traditie in de dans? Kunnen mannen volgen en kunnen ook vrouwen hun partner leiden? Een avond meedansen op een salsaschool verschaft inzichten.

‘Dat is toch geen porem twee mannen met elkaar. Vrouwen blijven tenminste altijd vrouwelijk dansen, ook als ze de man leiden.’ John, die ruim 20 jaar danst, observeert op een salsafeestje in Amsterdam vanaf de zijlijn een danskoppel. De ogen laten elkaar geen moment los, terwijl ze hun heupen soepel bewegen op de muziek. Fronsend neemt hij een slok van zijn biertje en gaat verder: ‘Als mannen volgen, gedragen ze zich meteen zo overdreven vrouwelijk. Geen gezicht.’

Trompetten, trommels en zang doorbreken de stilte in de Q-Factory in Amsterdam. Een penetrante, zure zweetlucht dringt mijn neus binnen. Docent Arsalan schreeuwt boven alles en iedereen uit op het moment dat ik de studio binnenstap. ‘One, two, tree..., five, six, seven…, BASIC...SWIIIIIIIITCH…GOOOO GOOOO GOOOO.’ De ruimte heeft een drie meter hoog plafond met grote grijze industriële lampen. Tegen de muur staan drums en cymbalen. De grond en de stoelen aan de kant liggen vol tassen, jassen, waterflessen en schoenen. Tien koppels staan in een kring en focussen zich op de danscombinatie van die avond. Sofia danst in haar eentje. Deze Finse, met weelderige donkere krullen, beweegt met gesloten ogen haar lichaam op de muziek. Af en toe ontglipt haar ‘I’m loving it’. Ze vraagt me waarom ik nooit als leider dans. Mijn antwoord blijft uit.

Frommelen aan traditie

In Nederland had 34 procent van de vrouwen in 2020 een leidinggevende rol. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Empathisch, gevoelig, zorgzaam, begripvol. Vrouwelijke eigenschappen die niet overeenkomen met het beeld van een succesvolle leider. Daarvoor moet je ambitieus, taakgericht, competitief en assertief zijn - eigenschappen die horen bij mannen. Komen die eigenschappen ook op de dansvloer van pas?

 Demi stapt de studio binnen. Haar halflange rossige haar combineert ze met een baggy zwarte broek en een zwart T-shirt. Ze draagt platte schoenen, haar hakken komen niet uit de tas. ‘Toen ik begon met dansen, wist ik meteen dat ik ook als leider wilde dansen. Ik heb vaak de reactie gehad dat ik als vrouw in mijn rol als volger moet dansen. Als leider dansen was een zoektocht. Wat is normaal? Wat is aangeleerd? Ik vind mezelf niet supervrouwelijk,’ gaat ze verder. ‘Ik heb meer mannelijke kenmerken, maar ik vind het ook heel fijn om mijn vrouwelijke kant er te laten zijn. Bij het volgen maak ik sierlijke arm- en heupbewegingen. Dan laat ik alles gaan,’ mijmert Demi. ‘Zullen we even een nummertje warm dansen?’ onderbreekt Milad ons gesprek. Ze gaan de dansvloer op, Milad als man als leider en Demi als volger. ‘Leid eens even, ik wil het zelf voelen,’ zegt hij. Dat is alles wat er nodig is om Demi de leiding te laten nemen.

 Salsa ontstond in de zestiende eeuw in Cuba en is van oorsprong een combinatie van Spaanse en Afrikaanse ritmes, instrumenten en dans. Sensuele heupbewegingen, vrouwen in sexy kleding, zuidelijke mannen die met zwoele blikken de vrouw over de dansvloer leiden, opzwepende klanken, nabijheid, verleiding. De nummers gaan vaak over liefde. Over de pracht ervan, de onbereikbaarheid, over gebroken harten en bedrog.

Demi stelt vraagtekens bij de huidige danscultuur. ‘Ik ben heel blij dat de danswereld steeds inclusiever wordt. Je frommelt wel aan een cultuur. Hoe belangrijk is traditie?’ vraagt ze zich hardop af.  Meteen popt bij mij een opmerking van danser John op: ’Ik denk dat het switchen van duidelijke rollen de danscultuur aantast. Van oorsprong is de leider de macho. De man showt zijn vrouw en laat zien hoe mooi zij is’.

 Geduld, geduld, geduld…

‘Komt goed, you’ve got this.’ Milad legt zijn handen gedecideerd in die van mij. Hij kijkt me vanachter zijn brillenglazen recht aan. Ik heb nog weinig gedanst en toch vormen zich al zweetdruppels onder mijn oksels. De les begint en Arsalan instrueert: ‘De leiders brengen de volgers naar de andere kant, ze wisselen van hand en geven de volgers een dubbele draai.’ De handelingen duizelen me.

We beginnen bij het begin: ik stap op twee met rechts naar achteren en Milad met links naar voren. Ik moet leiden, anders knallen we geheid met onze knieën tegen elkaar. Het litteken van mijn laatste blessure is nog vers. Een danser schatte mijn lengte niet goed in en sneed met zijn nagel zo mijn wenkbrauw open. Het bloed liep langs mijn gezicht. Mijn eerste zorg: Milad geen pijn doen. Hij danst graag als volger, laten we dat zo houden, zo stelt hij: ‘Bij volgen moet je veel alerter zijn op wat de ander doet. Op feestjes vraag ik alleen maar vrienden ten dans. Onbekende mannen kijken me raar aan als ik ze vraag. Ze vinden het al snel gay. Twee vrouwen samen is dan wel weer sexy.’

Arsalan, de eigenaar van dansschool Armada Movement, is een Amsterdammer van Pakistaanse afkomst. Op feesten draagt hij altijd donkere kleding met standaard een lange nette jas. Het concept man fascineert hem.. ‘Ik vind mezelf mannelijk. Ik houd van vrouwelijk schoon en doe aan de vechtsport Kalah. Ik dans met iedereen, maar als ik mag kiezen, dan leid ik liever. Ik houd van de man-vrouwdynamiek. Ik voel graag die puur vrouwelijke energie tegenover me en zie het als een uitdaging om de controle te hebben over wat er gebeurt.’

Als ik Milad een dubbele draai geef, moet hij met zijn gezicht naar mij uitkomen, terwijl mijn rechterhand op zijn schouderblad rust. Wat is dit moeilijk. Geduld, geduld en nog eens geduld is wat Milad met me heeft. We zijn constant lijfelijk en woordelijk in gesprek. ‘Wat voel je nu? Moet ik het eerder aangeven? Was dat duidelijk?’ Hij draait zwaar en ik geef niet genoeg kracht. Mijn hand belandt veelvuldig op zijn borstkas. Was hij een vrouw, dan had ik nu steeds een paar borsten vastgegrepen.

Ik ben gefrustreerd over mijn leiden, hij over zijn volgen. We doen het wel twintig keer opnieuw. Dan gaat de muziek aan. Als ik niet begin, gebeurt er niks. Ik moet assertief zijn, gedecideerd. Na drie, vier, vijf keer lukt het dan toch: de hele danscombinatie zonder elkaar te slaan, te duwen of te betasten. Een onmiskenbare ‘jaaaa’, ontschiet me. Milads ogen worden groot en zijn mondhoeken krullen omhoog: ‘Je bent er klaar voor om met anderen te dansen.’

Shall I show you?

Eerst een korte pauze voor water en een toiletbezoek. De muziek blijft aan en een paar koppels oefenen nog wat. ‘Hoe doe jij dat eigenlijk als je danst op een salsa feestje?’, vraag ik Sofia. ‘Ik vraag alleen vriendinnen of ik hen mag leiden,’ antwoordt zij. ‘Mijn eis voor het dansniveau dat ik moet hebben om onbekenden te vragen, is hoger als ik leid. Als ik in mijn niet ‘traditionele’ rol zit. Interessant toch? Ik vraag alleen mannen om mij te leiden, ik ga er toch vanuit dat vrouwen dat niet doen.’

 Met zelfvertrouwen probeer ik mijn leidersvaardigheden uit met een vrouwelijke volger. Ze staat naast me, ze heeft geen keuze. Met mijn 1,65 sta ik tegenover haar 1,80. Ik verontschuldig me bijna al vooraf. Het begin lukt. Onze basispas gaat goed en ik breng haar probleemloos naar de andere kant. Dan komt de draai die ik zo hard heb geoefend. Ik krijg mijn arm niet goed over haar hoofd, draai haar te laat en als resultaat kijk ik tegen haar rug aan. Ik vergeet spontaan de rest van de geleerde combinatie. Geen borsten op handhoogte gelukkig. Ze draait zich om met een glimlach op haar mond waarbij ze haar lippen een beetje samenknijpt: een ‘spijtig, maar helaas’-glimlach.  

Sofia blaast uit op de gang. ‘De leidersrol vraagt om mannelijke kwaliteiten. Door salsa komen sommige mannen meer in contact met hun mannelijkheid en omarmen vrouwen hun vrouwelijkheid meer. Als ik leid, flirt ik veel meer. Shall I show you?’ Sofia staat op en neemt mijn handen in de hare. Tijdens het dansen legt ze mijn arm over mijn hoofd en kijkt ze me van dichtbij met een flirterige, intense blik aan. Ik sper mijn ogen wagenwijd open en kan alleen maar giechelen. Ik voel mezelf lichtelijk rood aanlopen. Onze leider-volger dynamiek heeft me met één enkele move volledig van mijn stuk gebracht. Ik weet niet of ik als leider wil dansen. In mijn volgersrol ben ik veel creatiever. Ben ik dan traditioneel of is dit puur gewenning?

Vorige
Vorige

‘Javier Milei zet vrouwenrechten zwaar onder druk’ - Interview met Eva Lia Colombo