(Over)leven in de Colombiaanse Amazones
De taxi heeft gaten in de vloer en de achterbak waarin mijn backpack ligt, heeft een kapotte klep. Het past bij Leticia, de hoofdstad van het Colombiaanse amazone gebied. De stad is vies, veel gebouwen zijn vervallen en er is chaos. Ik stap uit de taxi en word meteen besprongen door mensen die me iets willen verkopen, me willen versieren of mijn bagage willen dragen. Mijn laatste beproeving om de amazone te kunnen betreden, komt in de vorm van een loopplank die naar het aanlegplatform van de boot leidt. Op deze smalle wiebelige houten plank passen net twee voeten naast elkaar en er is geen enkele optie tot je ergens vasthouden. Ik kan me niet voorstellen dat hier nooit een overbeladen toerist in het water is beland. Na 2.5 uur varen komen we aan bij de stop van de Amacayacu rivier. Deze herken ik alleen omdat ik uit een gesprek met een medereiziger opmaakte dat hij hier moet zijn. Naambordjes zijn niet in overvloed aanwezig, dus ik heb hem angstvallig in de gaten gehouden om het punt niet te missen waar ik word opgehaald door een gids van gemeenschap waar Casa Gregorio ligt. Op het moment dat ik op het kleine bootje zit, voel ik pas de indrukwekkende omvang van de amazone rivier.
Het plaatsje San Martin is onderdeel van de Tikuna gemeenschap en de lodge waar ik verblijf word gerund door en met lokale mensen. Ik ben een stadsmens, heb wat moeite met beestjes en ik ben niet gewend aan dit level van natuur om me heen. Mijn zorgen verdwijnen snel. Gaan slapen en wakker worden met natuurgeluiden is heerlijk. De beesten die ’s nachts mijn kamer met open ramen onveilig maken, worden professioneel tegengehouden door de klamboe. De afwezigheid van wifi en de elektriciteit die er om tien uur mee ophoudt, is ook heerlijk. De energie die uitgaat van de Amazone is uniek en onbeschrijfelijk. De hoeveelheid muggen die me weten te vinden en de vochtigheidsgraad van de kleding (die soms meerdere malen aangaat) is minder heerlijk, maar het hoort er simpelweg bij.
De Tikuna gemeenschap leeft met de natuur. Ze kennen iedere plant en dier met hun bijbehorende eigenschappen. Gevaarlijk of niet, giftig of niet, voedsel, bouwmateriaal, medicinaal. Terwijl ik als onervaren jungle loper probeer zo goed mogelijk mijn weg te vinden zonder uit te glijden (regenseizoen) of in één van de met stekels bedekte palmen te grijpen (er zijn er veel) en tegelijkertijd ook nog enigszins van de omgeving te genieten, bewegen de gidsen zich moeiteloos voort, kennen ze iedere centimeter en zien en horen ze alles. Zwijnen, sporen, tarantula’s, slangen, piranha’s, kikkers, apen, roze dolfijnen, uilen. Of het nou licht of donker is. Tijdens een nachtwandeling in de jungle gaan we zaklantaarns uit en zijn we in het pikdonker omringd door oerwoud geluiden met boven ons de volste sterrenhemel ooit.
Er is een volledige connectie met de aarde, natuur en mens om hen heen. Ze hebben vele oorsprongsverhalen en rituelen. Tijdens een excursie zegt onze gids, Edu: ‘Ik breng jullie naar DE boom, naar La Ceiba’. Voor ons is een boom vaak gewoon een boom. Voor hen is deze boom de plek waar de Amazone rivier ontstond toen haar stronk op de aarde viel. Haar wortels verbinden alles met elkaar, haar stam zorgt voor zuurstof en haar bloemen en vruchten voor voedsel. Ze verbindt alles met elkaar. Terwijl hij vertelt wordt haar aanwezigheid steeds voelbaarder. Edu zit daar vaak uren. Idyllisch, was het niet dat hij de connectie met de natuur steeds minder voelt.
De Tikuna hebben te maken met de realiteit van de ‘moderne’ wereld die steeds meer haar intrede doet. In de vorm van kleding, mobieltjes, een schoolgebouw, de komst van toeristen. In de vorm van het veranderen van denkwijzen en het verlies van kennis, geloof en gewoontes. Sommigen houden krampachtig vast aan het oude, sommigen omarmen het en sommigen zijn heel erg op zoek naar een nieuw evenwicht tussen beide. Mijn aanwezigheid is het bewijs van hoe dingen veranderen. De gidsen die voorheen joegen, het land bewerkten en huizen bouwden, leiden toeristen nu rond. Zij genieten van hun werk, maar niet iedereen is hier blij mee. Dit is voelbaar. Alle kinderen groeten me onbevangen vrolijk, maar van sommige anderen (voornamelijk ouderen) krijg ik een andere blik wanneer ik op mijn bloemetjes regenlaarzen (de enige in mijn maat) en met een overduidelijk Europees hoofd door het dorp loop.
De kinderen in de gemeenschap ontvangen nu regulier onderwijs. Edu ziet hier de waarde van in. Vanuit onze westerse visie kunnen we dit natuurlijk ook alleen maar toejuichen en we kijken met regelmaat twijfelachtig naar de geloofwaardigheid van diegenen die geen onderwijs genoten hebben. Het probleem is dat ons onderwijs niet één op één toepasbaar is binnen deze context en dat er geen ruimte meer is voor hun kennis en gewoontes. Een voorbeeld is het ritueel waarbij meisjes die ongesteld zijn geworden zichzelf als vrouw presenteren aan het dorp. Hier gaan maanden van voorbereiding aan vooraf. Ze zonderen zich volledige af van mannen en leren wat je als vrouw volgens hun tradities moeten weten en kunnen. Dit gebeurt nu niet meer, omdat ze dan te veel lessen missen op school. Als feminist in hart en nieren, wil ik hier toch niet over oordelen. In deze rituelen zit ook kennis en symboliek. Dit kan gecombineerd worden met onderwijs dat een ander bewustzijn creëert wat betreft hun visie op vrouwen. Zo gaan identiteit, context en onderwijs hand in hand. En laten we eerlijk zijn, als het tot klimaat gerelateerde natuurrampen komt, dan weet ik wel wie dat zouden overleven. Dan komen wij westerlingen toch minder ver met al onze vaardigheid tot filosoferen, onze kennis over alle wereldoorlogen en wiskundige formules.
Vanaf het moment dat ik aankwam, werd mijn aandacht getrokken door de kerk naast het voetbalveld waar door zowel mannen als vrouwen dagelijks gevoetbald wordt. Deze kerk is katholiek en roept meteen beelden van de verovering op. De gevestigde Tikuna gemeenschap bestaat pas 50 jaar en de waarheid ligt dan ook ergens in het midden. Toen de Tikuna door hoge sterftecijfers dreigden te verdwijnen, hebben missionarissen hulp geboden. Hier zaten wel voorwaarden aan. De Tikuna moesten in gescheiden huizen gaan wonen en niet meer samen in een gemeenschapshuis, in sommige situaties werd hen verboden om hun moedertaal te spreken en het katholieke geloof deed zijn intrede. Minder bloederig, maar toch een verovering. Wederom het verlies van een stukje identiteit.
Het gebied waar ze leven, is hun leven. De inheemse gemeenschap werd aanvankelijk niet erkend door de Colombiaanse wet en iedere willekeurige persoon kon hun grond opeisen. Na vele jaren strijd heeft de Colombiaanse overheid hun grond nu als Tikuna eigendom geclassificeerd. De kleine lettertjes zijn wel dat ze de grond officieel moeten bewonen om die te behouden. Onmogelijk wanneer je leeft van jacht en landbouw. Hun werkelijkheid is onderhevig aan allerlei veranderingen en de uitdaging is groot om hun eigenheid en cultuur te behouden binnen de nieuwe realiteit en structuren die deze wereld hen voor de voeten werpt.