Wie profiteert?
‘Ik heb dit zo hard nodig schat. Even weg en tot rust komen. Gelukkig kon ik nog net de laatste plekken bemachtigen van de jungle safari. Beetje prijzig, maar dat is het vast en zeker waard. Nog een kwartiertje schat, dan is de taxi er’, roept Maarten Anneloes toe die nog snel de laatste bikini in haar tas stopt.
Zij genieten van het privilege van geld en vrijheid. Van het privilege van de keuze hebben. Van het geboren zijn in een Europees land. Ze profiteren van een veilige taxi en een CO2-uitstotend vliegtuig, dat ze niet had hoeven nemen. Van de lage prijzen in Thailand waar het gemiddelde maandloon rond de 300 euro ligt en je toch zo exceptioneel lekker kan eten voor maar een paar euro.
4000 KM verderop trekt Amadou zijn vrouw en twee kinderen uit bed.
‘We moeten nu gaan Ndeye, voordat het licht wordt! Snel! Pak de rugzak anders komen we te laat. Gelukkig kon ik nog net de laatste plekken op de boot bemachtigen. Als ons spaargeld weg, maar het zal het waard zijn. Het moet het waard zijn. Kom!’
Zij komen aan in Nederland en worden gemaakt tot profiteur. Profiteur van onze banen, huizen en toeslagen. Profiterend het ‘goede Nederlandse hart’ dat al dat brood uit haar mond spaart voor de migrant. Zij die hun land, hun thuis, hun herinneringen, cultuur, familie en vrienden verlaten uit nood. Zij die anders bejegend, gemarteld, verkracht of vermoord worden.
Vanuit ivoren torens wordt er over hen heen gekeken en over hen beslist. Op straat worden ze recht aangekeken en uitgescholden. Ze worden in Nederland gebombardeerd tot de oorzaak van het kwaad. Van het geweld op straat, het huizentekort, het gebrek aan banen. Hun levens worden tot nummers gereduceerd. Tot cijfers in statistieken. Ze worden ontmenselijkt. Net als sommige militaire strategieën. Zolang je iemand niet als mens ziet, jaag je diegene makkelijker een kogel door zijn kop. Ontzeg je iemand makkelijker een dak boven zijn hoofd, eten in zijn buik, een schoon lijf, medische zorg, schoon water, het kunnen genieten van de mooie dingen.
De gemiddelde mens zegt niet op een ochtend voor de lol ‘Laat ik met tien mensen in een tweepersoons houten bootje met gaten in de planken van Senegal naar Spanje varen’, wetende dat meer dan de helft zal verdrinken of verhongeren. ‘Laat ik 4000 km te voet afleggen van Honduras naar de Verenigde Staten’, wetende dat hen onderweg honger, berovingen, mishandeling en verkrachtingen te wachten staan. ‘Laat ik mijn gezin achterlaten in de hoop hen over te laten komen’, wetende dat ze waarschijnlijk voor die tijd verdwijnen, dat dit hun laatste omhelzing is.
Hun levens en lijven worden gemaakt tot politiek pressie middel, gebruikt als onderhandel attribuut, als bron van inkomsten. Van de slavenhandel, tot het halen van gastarbeiders voor het werk dat niemand wilde doen, tot de recente verkiezingsstrijd. Er wordt hard onderschat hoe profiteren van de ander onderdeel is van ons privilege van kunnen kiezen. Keuzes die niet iedereen heeft.